Klankman (Sam Pieter Janssens) maakte een unieke muzikale compositie ter gelegenheid van ParkLife 2016. Bruitage, samples en electronica worden een klankband en gaan in interactie met de originele visuals van lokale filmmakers Tom Warmoes en Myrah Vandermeulen.
De soundscape werd in grote mate vormgegeven door stadsbewoners die - gewapend met een smartphone - evenementen, activiteiten, ... het dagdagelijkse leven in hun stad opnamen. De soundscape als soundtrack. De muziek en de bijbehorende film geven de toeschouwer de kans om zijn of haar persoonlijke relatie met de stad in een ander perspectief te plaatsen. Naast de opgenomen soundscape componeerde klankman enkele muzikale motieven voor een klein blazersensemble (van KH Sint-Genoveva Oplinter) die live een extra muzikale dimensie toevoegen. / Suggestion: use your headphone. / Een project van klankman Sam, Tom Warmoes en Myrah Vandermeulen. Met de steun van het burgerinitiatief OpgewekTienen - in opdracht van ParkLife 2016 (www.parklife.be)
1 Comment
Het is altijd weer fijn, de drang en de nood om nieuwe bands te ontdekken die een mijlpaal betekenen voor je eigen bizarre universum. Tien jaar geleden was er zo’n moment: het enerzijds toegankelijke, maar eigenwijze ‘Staring at the sun’, het eerste wapenfeit van deze bende uit Brooklyn.
Nu is er ‘Seeds’, het vijfde (officiële) album van TV on the Radio. Tussen hun debuut ‘Desperate Youth, Blood Thirsty Babes’ (die titel alleen al is de status cult waard) en deze laatste werden sublieme nummers steeds afgewisseld met meer irrelevante, en kreeg de groep een klap door het verlies van hun bassist Gerard Smith. Maar kijk, in ‘Ride’, met een intro van piano en een sample van strijkers (een streepje Eels bijgod) steekt Tunde Adebimpe van wal: ‘look to the sky, it’s time to ride’, en zo kunnen we meteen de sfeer van het album samenvatten: het gevoel van verlies met een goeie dosis hoop. Dit is met stip hun meest coherente plaat, en de irrelevante nummers dunnen met regelmaat uit. De wanhoopskreet in ‘Quartz’, het in new wave gedrenkte ‘Happy idiot’ (Bloc Party in betere tijden meets Bob Mould), het perfecte popnummer in ‘Could You’, dat openspat met energiek trompetgeschal, maar knallen doet het vooral in ‘Winter’, een Ramonesrifje dat solo gaat tot een slome bas het nummer voortstuwt onder een bedje van repetitief gitaargejengel en de oneindige oeoeoews. ‘Gonna keep you for the winter’ roept Adebimpe, en aansluitend in ‘Lazerray’ waar the Stooges nooit veraf zijn. TV on the Radio levert naar goede gewoonte ook grands crus af: ‘Careful You’ bijvoorbeeld waar Kyp Malone met z'n zachte falsetto tegen de eclectische vocals van Adebimpe aanschurkt, ‘Trouble’ en ‘Seeds’, een mooie apotheose die op haast sacrale wijze de plaat afsluit met de geruststellende woorden ‘This time I've got seeds on ground’. Het opent weer mooie perspectieven. Mijn oren bloedden in de vorm van zweet. ‘We learned the secret of a kiss and how it melts away all pain’ prevelt Adebimpe. Tijd voor wat winter. En klaar voor de lente. Wat ik deed als twintigjarige knul? In een aula zitten en luisteren naar de bevlogen uiteenzettingen tijdens filmesthetica, een flat delen met twee oudere Nederlandse studiegenoten, rondhangen in ketens zoals het toenmalige Beursschouwburgcafé en de ter ziele gegane danstempel Who’s Who’s Land, het afwisselend drinken van zwarte koffie en het uitademen van wat tetrahydrocannabinol. Het was toen dat de tonen, bassen en tegendraadse ritmes van Cotton Wool en Trans Fatty Acid mijn hersenen lam sloegen. Het debuut van Lamb’s gelijknamige album was een gigantisch cadeau in een nieuwe tijdgeest. Naarmate mijn studentencarrière vorderde bleef ik Lamb volgen, maar het gewenste effect bleef grotendeels uit. 'Fear of Fours', 'What Sound', en vooral 'Between Darkness and Wonder' was nog maar een schim van wat hun debuut voorstelde. En toch, op sommige momenten haalden de knetterende kraakjes, gesluimerd met de stem van Lou Rhodes (take or leave), weer wat niveau. Na een korte split van de groep kwam ‘5’, een comeback die op het vertrouwde elan voortploegde, maar toch het was een blij weerzien. Nu is Lamb back on track en brengt met 'Backspace Unwind' hun zesde plaat uit. En die kan (weer) meetellen. De voortkabbelende maar nijdige opener In Binary, We fall in love (waar het zeemzoeterige vervelt in percussionele chaos (en weer andersom), het gevecht tussen piano en het in violen gedrenkte As Satellites go by met als inzet de soms geniale uithalen van Rhodes, de donkere titeltrack, en de atmosferische basslines in Shines like this. Het hoogtepunt is Seven Sails die met zijn smerige bass en tegenspartelende patronen een hypnotiserende throwback genereren. Vergeet soms de zeemzoeterigheid, want hoe hard Lamb je in het gezicht kan meppen, zo hard kan ze je ook in een esotherische vlaag doen wegglijden. Vergeet gewoon de platen tussen 'Lamb' en '5', dit is waar het debuut vervolgt, 18 jaar later. En deze achtendertigjarige knul kan nu verder met zijn leven. Met een koffie in de hand, de Lambplaat onder de arm en een hoofd vol nostalgie. What Sound? |
Archief
January 2021
Categories
All
|