Het is maandag, 11 september tweeduizendzeventien. Ik baan me een weg door de wind die heftig tekeer gaat. De zon probeert gaten te branden in de wolken maar dat lukt slechts sporadisch en kort. Op dat zelfde moment raast Irma door het noorden van Florida en laat ze sporen van vernieling na, weinig reden om te klagen over de wind die in vergelijking met Irma slechts een zucht is. Dat doet me denken aan Christopher English Tynan, de jongeman uit Florida die ik begin februari van vorig jaar vroeg wat zijn verhaal was achter zijn beelden. Zijn repliek is droog: ‘Funny thing about Florida is that some of the best surfers come from here. Funny because the surf here is shit..... unless you have an impending Cat 4 Hurricane coming at you.’
Het doet me er ook aan denken dat deze reeks bijna op z’n einde loopt. De reeks die louter uit nieuwsgierigheid ontstaan is. De vraag is duidelijk: wat is het verhaal achter de beelden van een Instagramaccount. Daarachter zitten mensen. En mensen wonen ergens. En ergens, dat is over de ganse wereld. (Lees meer)
0 Comments
Ik was onderweg met de trein van Aarschot naar Brussel. Net daarvoor had ik nog een familiebarbecue, en ik herinner me niet dat ik zenuwachtig was. Net daarvoor had het lokale Sint-Jozefscollege me geslaagd verklaard en was ik klaar om deel te nemen aan het ingangsexamen voor audiovisuele kunsten aan de grote kunsthogeschool, samen met mijn toenmalig vriendinnetje - want anders had ik die stap nooit gezet. Ik was altijd al gefascineerd door film en televisie, liefst de experimentelere vorm. Bij voorkeur zag ik beelden of scenes waar een hoek af was, en die nauwelijks waarheidsgetrouw bleken te zijn. Na wat cultuurvragen, het tekenen van een storyboard, en het schrijven van een tekst na het zien van ‘Un chien andalou’ van Buñuel en Dalí zat ik voor de vierkoppige jury en zweette ik me een ongeluk – het was zomer. En toch was ik ervan overtuigd dat ik Marc Didden overhaald had. Wie was ik toen? Zo zelfzeker en zelfredzaam. Ik moet er nu nog slechts een schim van zijn. Op de trappen wachtte ik op het verdict toegelaten/niet toegelaten. Het waren koude woorden, maar ik kon beginnen. Beginnen aan vier jaren kunstopleiding terwijl ik daarvoor amper met kunst bezig was geweest. Ook mijn toenmalig vriendinnetje was toegelaten, en de wereld zag roze, blauw en paars tegelijk. Tijdens deze rit leerde ik dat kunst een levensstijl is, en niet alleen een bezigheid. Je denkt anders, je voelt anders en je reageert anders dan voordien. Niet alleen de opleiding, maar ook de stap van Aarschot naar Brussel was gigant. De wereld die stopte aan café De Flater, ging nu open en verbreedde mijn zicht met honderdtachtig graden.
Kalmte. Stilte. Het zijn gradaties die almaar moeten teruggedrongen worden in deze razende eenentwintig eeuwse wereld. We leven en werken in een soundtrack van constant lawaai dat meestal wordt gegenereerd door onszelf. Ik moet rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Ik weet niet of ik het altijd al ben geweest of dat het pas later is beginnen ontwikkelen, maar reken mij maar bij de hooggevoelige zielen. Ik vang teveel prikkels in één keer op die ik moeilijk kan selecteren. Vergeet een diagonaal gesprek, daar krijg je me weer stil mee en los dan alle vorm van communicatie op dat moment. Indrukken verwerken doe ik in slow motion, maar intuïtief sta ik scherp. Het is een karaktertrek als een ander.
12 februari 2009. Het is vooravond en een bevriend koppel, eega en ik stappen na twee uur vliegen vanuit Schiphol de luchthaven buiten. De wind is bijna ondraaglijk scherp en koud. Als dit een week aanhoudt ben ik murw. We zijn aangekomen in Kevlavik waar we onze huurauto zullen zoeken en van hier verder trekken door het zuiden van Ijsland. Daarvoor kon ik enkel de landschappen inbeelden door de ijle klanken van een Sigur Rós of Jóhann Jóhansson. Nu was het voor echt. Voor de rondrit goed en wel begon door het eiland was een eerste stop de Blue Lagoon, de toeristische trekpleister, het wellness hoogtepunt van Europa. De storm zette aan, de koffer van de auto was onmogelijk weer toe te krijgen door een soort van onderdruk die de wind stuwde. Uiteindelijk belandden we toch in het geothermische water van zo’n veertig graden, maar mijn hoofd stond op bevriezen. Achteraf keek ik mezelf aan in de spiegel met rode striemen op voorhoofd en wangen. De dag nadien is de storm verzwakt en trokken we acht dagen lang door Ijsland in mildere omstandigheden. Het was gewoon een test. Je moet ervan houden. Vanaf dat moment begon de zoektocht naar de stilte. Het contrast tussen de wereld van Instagram en Ijsland is groot. Filters zijn gewoon niet nodig, alles spreekt voor zich. Het is een wereld die –nog steeds- zijn geheimen langzamerhand prijsgeeft. Ásgeir Örn Valgerðarson en Elfar Smári Sverrisson zijn twee Ijslandse jonge gasten die de goesting tonen van het leven. Hoewel Elfar een doorbloed Ijslander is, heeft hij zijn leven verdergezet in Montréal, terwijl Ásgeir zijn eiland promoveert tot avontuurlijk gebied waar elke seconde, en elk beeld belangrijk is in zijn bestaan. (Lees meer) Het gesprek liep niet. Het was stroef, platonisch en slechts een mededeling die me wat later verstomd over het Brusselse Muntplein liet lopen. Ik zag grote renovatiewerken, bulldozers, kranen, kakelende mensen, luidkeelse pubers, auto's, sirenes maar hoorde ze amper. Geruisloos slenterde ik verder alsof ik was afgesneden van de stad. Ik wilde de tram nemen, ondergronds, naar het Noordstation, en zag alweer een drukte van mensen, tieners die de sporen overstaken, een twaalfjarige jongeman die zichtbaar cannabinoïdegewijs het absolute rustpunt had bereikt. Hij stak de tramsporen over en dwaalde rond een meisje, sprak haar toe en kreeg een zichtbaar negatief weerwoord. Hij bleef aan de overkant neuzelen lateraal van het meisje. De meute dikte aan, en de minuten leken te verstommen, tot ik de mededeling zag dat de politie het tramverkeer gedeeltelijk had stilgelegd. Toch bleef ik de minuten van aankomst bekijken. Niks kwam erbij, geen tram in de verte. Na een kwartier besloot ik het tramstation weer te verlaten en te voet verder te gaan. Van het middelpunt met de straal mee naar de rand, richting zone Noord. Aan het Rogierplein stak een stevige wind op die mijn haar naar achter streek en het onmogelijk maakte om een sigaret op te lichten ondanks meerdere pogingen. Ik naderde het Noordstation maar daar leek een perimeter ingesteld. Niemand ging of kon het gebouw binnen en de menigte wachtte op het kleine plein ervoor. Drie militairen en een zestal agenten stonden als een muur voor het station. Er was zonet een bomalarm afgekondigd. Mijn hoofd stond op springen en ik kon het niet nalaten om de symboliek te ontwaren tussen het afgelopen gesprek en het alarm. Zo dramatisch ben ik wel. Ik nam m'n smartphone erbij en besloot wat te grasduinen op Instagram. Eén beeld liet mijn vinger stoppen. De eenzaamheid van het moment, de tristesse en de chaos in het hoofd klopte met dit beeld van ene Paula Buškutė. Ik moet dringend weer wat teren. Op vers geluk. Want was het niet Philip Aguirre y Otegui die onlangs nog verkondigde dat iedereen voorbij gaat aan schoonheid. "Mensen zitten op de bus en niemand is zich bewust van wat hij ziet. Terwijl je zo veel kunt leren door naar de wereld te kijken. Helaas leren we alleen met woorden omgaan. Terwijl een pasgeboren kind toch eerst kijkt en pas dan de taal ontdekt."
Ik besluit haar te schrijven, want zo werkt deze reeks. De ene is vereerd, de andere wil niet te kijk lopen met de verhalen achter de foto's, faire deal. Op zich is Paula geïnteresseerd om wat vragen te beantwoorden maar ze houdt zich eerder op de vlakte. 194 posts, 3,697 followers, 925 following. Ik ben niet de enige die antwoorden wil. (wordt vervolgd) Je hoeft niet veel moeite te doen om te horen en te lezen dat het rommelt in Oekraïne. Bovendien won de Oekraïense Jamala het jaarlijkse circus dat Eurovisiesongfestival heet: deelneemster Jamala bracht immers een lied dat vertelt over de deportatie van de Krim-Tataren onder Jozef Stalin, in 1944. Het gebied behoorde toen tot de Sovjet-Unie en werd twee jaar geleden opnieuw geannexeerd door de Russen.
Inna Olegovna Samulenkova, een jonge vrouw van 22, woont in Oekraïne, maar heeft de complexe vaderlandse situatie voornamelijk onderhuids verwerkt. Ze probeert een zo goed mogelijke plaats in te nemen in het leven, en via haar Instagram kan je alleen maar afleiden dat ze dat ze dat ook wil doen. Ze is een dromer, houdt van de kleine dingen, en van schoonheid. Lees het volledige verhaal hier. Het zijn tijden. Tijden waar 22 maart nog nazindert en suist in alle ledematen van je lijf en waar I only wanted to see you laughing in the purple rain als een hardnekkig mantra door het hoofd blijft trillen. Tijden ook waar je als mens niet meer gelooft in politieke rompslomp of waar de lente weer overslaat in ellendige aprilse grillen die je vingers laat verkrampen. Maar gelukkig zit schoonheid in de kleine dingen. Ethel Coppieters, Soaz voor de vrienden van de kunst, is slechts 20, zit met beide voeten in generatie Y gebeiteld, heeft daardoor haar persoonlijke flexibiliteit, haar vermogen tot multi tasking en kan op natuurlijke wijze omgaan met de hedendaagse technologieën. Zo gaat dat in woorden althans. Soaz echter is meer de dame van het doen. Die eenvoud siert haar. 'Ik vind het fascinerend hoe ieder individu op deze wereld in staat is te creëren, zo verschillend van elkaar. Ik wil er mijn leven van maken, als passie. Ik kan helaas de toekomst niet lezen, maar leven van mijn kunst zou het hoogste zijn dat ik kan bereiken.'
Lees haar verhaal hier. Het zijn er massa's, de vierkante foto's die je zicht passeren. En velen daarvan zijn nutteloos, de 'accounts' of houders van een Instagramprofiel proberen hun doelpubliek wakker te houden en te spijzen met meerdere opnames tegelijk. Het gaat soms vervelen, je wijsvinger veegt ze weg, net zo snel als ze gekomen zijn. Maar soms zie je een foto die je nieuwsgierig maakt, en het moet gezegd, daar is niet zoveel voor nodig bij ondergetekende, maar toch. Deze man grossiert in mysterie. Je ziet een verhaal in zijn ogen, zijn houding, zijn momentopnames, en dan schrijf je hem aan. Waarom niet? Je wil meer te weten komen omdat je instinct zegt dat er wat gaande is (geweest).
'Sure, I would be honored...' Nu weet ik dat de illustere "ct120" een naam heeft: Christopher, en dat hij ook een verhaal heeft. Op Instagram in beelden, hier en nu, in woorden. Lees het interview hier. Uitermate gedetailleerde illustraties van dieren, een potloodkapsel maar vooral veel interieurplaatjes volgespekt met vintage, dat is het Instagramprofiel van ‘mooie zooitjes’. Achter het profiel zit Henrieke Zenunllari, een schijnbaar oerhollandse jonge mooie vrouw die bruist van creativiteit. Dat ze een rugzak draagt met persoonlijkheidsproblemen uit het verleden wordt in mondjesmaat onthuld en geïllustreerd door haar beelden met bijhorende korte stukken tekst. Maar haar verhaal gaat veel verder. ’34 jaren lang viel ik terug op overlevingspatronen die steeds meer destructief werden.’ Het silhouet achter het Instagramprofiel @mooiezooitjes: Henrieke Zenunllari.
Lees haar verhaal hier. De zoveelste koffietas. Op een bepaald moment begint een mens zich af te vragen of Joy Anna Thielemans of Véronique Leysen een permanente koffiegeur moeten verspreiden na het aanschouwen van de zoveelste instagrampost waarop een lungo prijkt die perfect bereid is, inclusief cremalaag en graveerpatroon. Instagram is hot. De mobiele fotoapplicatie met filters is voor vele individuen een ideale uitlaatklep om de wereld te laten weten wat men op datzelfde moment aan het doen is. Ook organisaties en merken zien Instagram als een plek die ideaal is om een publiek te zoeken en te vinden. Ongeveer vijf miljoen mobiele ‘fotografen’ tekenen elke week in. Je bladert en zoekt doorheen de massa aan profielen en je komt gegarandeerd ergens uit waar je niet naar op zoek was. Serendipiteit quoi. Want is sociale media dat niet altijd een beetje?
Mensen worden op deze manier een elektronische account. En de ene is wat creatiever of origineler dan de andere. Persoonlijk reikt mijn fantasie niet ver bij het zien van een kat, een koffietas of een vogelperspectief van een stel benen, maar gaandeweg begin je je toch af te vragen wie die mensen in werkelijkheid zijn. Wat is het verhaal achter de beelden? Dat probeer ik de volgende weken uit te zoeken. Zo is er bloodymedusa. Of in het echte leven Patricia L. Cardenas Cinco. Een jonge Filipijnse twintiger. Ze tekent, schildert, rookt, houdt van vrouwen en woont sinds 7 jaar in the Bronx, New York. Het silhouet van het instagramprofiel: bloodymedusa lees je hier. |
Archief
January 2021
Categories
All
|