Op 13 november 2020 bracht Clairval zijn tweede digitale album uit: Ondulé. Ik begeleidde de instrumentale electronische nummers van beelden, samen met tekst.
Ik zat verveeld op de trein richting Saint-Ghislain toen er een ebbenhouten deerne naast me kwam zitten. Met haar verlengde gelnagels haalde de twentysomething haar smartphone uit de tas, en begon wat toetsen te bespelen. Haar parfum was doordringend. Even later stopte ze en schoof enkel nog met haar lange zwarte vinger van onder naar boven. Ongegeneerd las Carl een fractie mee in het Oude Testament. Onverwachte beeldmanipulatie.
Toen ik na een tijdje ging kijken nadat ik 'hallo' hoorde roepen, vond ik de kleine man in deze positie. Vastgeklemd, en wellicht al in een lichte kramp. Hij bevond zich niet in de mogelijkheid om nog enige actie te ondernemen. Ik voelde me al snel schuldig omdat ik eerst deze foto nam voor ik hem uiteindelijk bevrijdde uit de benarde situatie. Maar alles komt altijd goed.
De man komt aangesloft, aktetas in de linkerhand, hemd in de broek, licht geïrriteerde gezichtsuitdrukking, en bij nader inzien ook wat licht ruikend naar zilt zweet. De vrouw die al op de bank zat rookt een sigaret, starend naar niets. Ze zet de sigaret tussen haar stijve lippen, zuigt zo hard dat haar wangen indeuken, rukt hem er weer uit en laat wat rook ontsnappen om het vliegensvlug weer te inhaleren. Haar tong klapt. Door het kleine gaatje tussen haar boven- en onderlip blaast ze secondenlang de geïnhaleerde rook uit. De zuchtwind laat de resterende wolk langs mij passeren.
De loodzware warmte hing als een zwaard van Damocles over mij. Een bos zou de lichaamstemperatuur wat dempen. De volle maan die op dat moment vrij spel had en zich aan de andere zijde van de aarde genesteld had maakte er een mysterieuze beleving van.
Ik slaapwandelde.
De wereld lijkt even helemaal anders geworden. Soms, heel soms, kan je een angst overvallen die helemaal onderhuids zit en die je adem doet benemen. Alsof je in gelijke rijen, op de symbolische anderhalve meter, op een zwarte autoweg in groep rijdt naar een onbekende bestemming. En niemand weet waar je zal uitkomen.
Kalmte. Stilte. Het zijn gradaties die almaar moeten teruggedrongen worden in deze razende eenentwintig eeuwse wereld. We leven en werken in een soundtrack van constant lawaai dat meestal wordt gegenereerd door onszelf. Ik moet rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Ik weet niet of ik het altijd al ben geweest of dat het pas later is beginnen ontwikkelen, maar reken mij maar bij de hooggevoelige zielen. Ik vang teveel prikkels in één keer op die ik moeilijk kan selecteren. Indrukken verwerken doe ik in slow motion, maar intuïtief sta ik scherp. Het is een karaktertrek als een ander.
Geef mij maar een ijl landschap, zoals Ijsland, dat ik in 2009 bezocht. Vanaf dat moment begon de zoektocht naar de stilte.
Het leven blijft doorrazen, daar kan geen enkele lockdown iets aan veranderen. Maar je kiest natuurlijk zelf hoe je dat doet. Ik vind het nodig om soms even op die pauzeknop te duwen.
Zeker als het licht gedeeltelijk wordt tegengehouden door een hart.
Het waren tijden. Tijden waar 22 maart nog nazinderde en suisde in alle ledematen van je lijf en waar I only wanted to see you laughing in the purple rain als een hardnekkig mantra door het hoofd bleef trillen. Tijden ook waar je als mens niet meer gelooft in politieke rompslomp of waar de zomer weer overslaat in donkere dagen die je vingers laten verkrampen. Maar gelukkig zit schoonheid in de kleine dingen.
Ondulé.
Late herfst, twee jaar geleden. Terwijl er binnen gegeten en gedronken wordt tijdens een amicale ontmoeting tussen vrienden, stap ik naar buiten. Het hoofd wat leegmaken, de logica en feiten ordenen. En dan zie ik een vreemd licht in de donkere nacht dat als een zweem over de spar trekt. Dat zijn niet alleen momenten die in het hoofd moeten blijven.
Een Belgisch drama speelde zich vandaag af, in Asse. Daar werd ik verwacht voor een epidurale infiltratie met corticosteroïden. In mensentaal: een dikke spuit in de rug met wat trek- en weerwerk om de juiste plaats van verderf te vinden, de hernia. Voordien zat ik in een lelijke stoel met een infuus in de arm. Daarvoor had ik een bloeddrukdaling, die net iets te snel ging om te herpakken. En daarvoor had de verpleegster tweemaal misprikt zodat ik het naar mijn gevoel wel gezien had. Daarvoor zat ik met een lege maag en een klein hart in de bus. Van Brussel naar Asse.
Music for a film by Clairval. 'Ondulé' is a collection of instrumental and piano driven music.
ondulé (adj.): corrugated, wavy // Hope you enjoy listening //
Digitaal album te koop via https://clairval.bandcamp.com/releases
0 Comments
Leave a Reply. |
Archief
January 2021
Categories
All
|