Kalmte. Stilte. Het zijn gradaties die almaar moeten teruggedrongen worden in deze razende eenentwintig eeuwse wereld. We leven en werken in een soundtrack van constant lawaai dat meestal wordt gegenereerd door onszelf. Ik moet rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan. Ik weet niet of ik het altijd al ben geweest of dat het pas later is beginnen ontwikkelen, maar reken mij maar bij de hooggevoelige zielen. Ik vang teveel prikkels in één keer op die ik moeilijk kan selecteren. Vergeet een diagonaal gesprek, daar krijg je me weer stil mee en los dan alle vorm van communicatie op dat moment. Indrukken verwerken doe ik in slow motion, maar intuïtief sta ik scherp. Het is een karaktertrek als een ander.
12 februari 2009. Het is vooravond en een bevriend koppel, eega en ik stappen na twee uur vliegen vanuit Schiphol de luchthaven buiten. De wind is bijna ondraaglijk scherp en koud. Als dit een week aanhoudt ben ik murw. We zijn aangekomen in Kevlavik waar we onze huurauto zullen zoeken en van hier verder trekken door het zuiden van Ijsland. Daarvoor kon ik enkel de landschappen inbeelden door de ijle klanken van een Sigur Rós of Jóhann Jóhansson. Nu was het voor echt. Voor de rondrit goed en wel begon door het eiland was een eerste stop de Blue Lagoon, de toeristische trekpleister, het wellness hoogtepunt van Europa. De storm zette aan, de koffer van de auto was onmogelijk weer toe te krijgen door een soort van onderdruk die de wind stuwde. Uiteindelijk belandden we toch in het geothermische water van zo’n veertig graden, maar mijn hoofd stond op bevriezen. Achteraf keek ik mezelf aan in de spiegel met rode striemen op voorhoofd en wangen. De dag nadien is de storm verzwakt en trokken we acht dagen lang door Ijsland in mildere omstandigheden. Het was gewoon een test. Je moet ervan houden. Vanaf dat moment begon de zoektocht naar de stilte. Het contrast tussen de wereld van Instagram en Ijsland is groot. Filters zijn gewoon niet nodig, alles spreekt voor zich. Het is een wereld die –nog steeds- zijn geheimen langzamerhand prijsgeeft. Ásgeir Örn Valgerðarson en Elfar Smári Sverrisson zijn twee Ijslandse jonge gasten die de goesting tonen van het leven. Hoewel Elfar een doorbloed Ijslander is, heeft hij zijn leven verdergezet in Montréal, terwijl Ásgeir zijn eiland promoveert tot avontuurlijk gebied waar elke seconde, en elk beeld belangrijk is in zijn bestaan. (Lees meer)
0 Comments
Het gesprek liep niet. Het was stroef, platonisch en slechts een mededeling die me wat later verstomd over het Brusselse Muntplein liet lopen. Ik zag grote renovatiewerken, bulldozers, kranen, kakelende mensen, luidkeelse pubers, auto's, sirenes maar hoorde ze amper. Geruisloos slenterde ik verder alsof ik was afgesneden van de stad. Ik wilde de tram nemen, ondergronds, naar het Noordstation, en zag alweer een drukte van mensen, tieners die de sporen overstaken, een twaalfjarige jongeman die zichtbaar cannabinoïdegewijs het absolute rustpunt had bereikt. Hij stak de tramsporen over en dwaalde rond een meisje, sprak haar toe en kreeg een zichtbaar negatief weerwoord. Hij bleef aan de overkant neuzelen lateraal van het meisje. De meute dikte aan, en de minuten leken te verstommen, tot ik de mededeling zag dat de politie het tramverkeer gedeeltelijk had stilgelegd. Toch bleef ik de minuten van aankomst bekijken. Niks kwam erbij, geen tram in de verte. Na een kwartier besloot ik het tramstation weer te verlaten en te voet verder te gaan. Van het middelpunt met de straal mee naar de rand, richting zone Noord. Aan het Rogierplein stak een stevige wind op die mijn haar naar achter streek en het onmogelijk maakte om een sigaret op te lichten ondanks meerdere pogingen. Ik naderde het Noordstation maar daar leek een perimeter ingesteld. Niemand ging of kon het gebouw binnen en de menigte wachtte op het kleine plein ervoor. Drie militairen en een zestal agenten stonden als een muur voor het station. Er was zonet een bomalarm afgekondigd. Mijn hoofd stond op springen en ik kon het niet nalaten om de symboliek te ontwaren tussen het afgelopen gesprek en het alarm. Zo dramatisch ben ik wel. Ik nam m'n smartphone erbij en besloot wat te grasduinen op Instagram. Eén beeld liet mijn vinger stoppen. De eenzaamheid van het moment, de tristesse en de chaos in het hoofd klopte met dit beeld van ene Paula Buškutė. Ik moet dringend weer wat teren. Op vers geluk. Want was het niet Philip Aguirre y Otegui die onlangs nog verkondigde dat iedereen voorbij gaat aan schoonheid. "Mensen zitten op de bus en niemand is zich bewust van wat hij ziet. Terwijl je zo veel kunt leren door naar de wereld te kijken. Helaas leren we alleen met woorden omgaan. Terwijl een pasgeboren kind toch eerst kijkt en pas dan de taal ontdekt."
Ik besluit haar te schrijven, want zo werkt deze reeks. De ene is vereerd, de andere wil niet te kijk lopen met de verhalen achter de foto's, faire deal. Op zich is Paula geïnteresseerd om wat vragen te beantwoorden maar ze houdt zich eerder op de vlakte. 194 posts, 3,697 followers, 925 following. Ik ben niet de enige die antwoorden wil. (wordt vervolgd) Klankman (Sam Pieter Janssens) maakte een unieke muzikale compositie ter gelegenheid van ParkLife 2016. Bruitage, samples en electronica worden een klankband en gaan in interactie met de originele visuals van lokale filmmakers Tom Warmoes en Myrah Vandermeulen.
De soundscape werd in grote mate vormgegeven door stadsbewoners die - gewapend met een smartphone - evenementen, activiteiten, ... het dagdagelijkse leven in hun stad opnamen. De soundscape als soundtrack. De muziek en de bijbehorende film geven de toeschouwer de kans om zijn of haar persoonlijke relatie met de stad in een ander perspectief te plaatsen. Naast de opgenomen soundscape componeerde klankman enkele muzikale motieven voor een klein blazersensemble (van KH Sint-Genoveva Oplinter) die live een extra muzikale dimensie toevoegen. / Suggestion: use your headphone. / Een project van klankman Sam, Tom Warmoes en Myrah Vandermeulen. Met de steun van het burgerinitiatief OpgewekTienen - in opdracht van ParkLife 2016 (www.parklife.be) Je hoeft niet veel moeite te doen om te horen en te lezen dat het rommelt in Oekraïne. Bovendien won de Oekraïense Jamala het jaarlijkse circus dat Eurovisiesongfestival heet: deelneemster Jamala bracht immers een lied dat vertelt over de deportatie van de Krim-Tataren onder Jozef Stalin, in 1944. Het gebied behoorde toen tot de Sovjet-Unie en werd twee jaar geleden opnieuw geannexeerd door de Russen.
Inna Olegovna Samulenkova, een jonge vrouw van 22, woont in Oekraïne, maar heeft de complexe vaderlandse situatie voornamelijk onderhuids verwerkt. Ze probeert een zo goed mogelijke plaats in te nemen in het leven, en via haar Instagram kan je alleen maar afleiden dat ze dat ze dat ook wil doen. Ze is een dromer, houdt van de kleine dingen, en van schoonheid. Lees het volledige verhaal hier. Het zijn tijden. Tijden waar 22 maart nog nazindert en suist in alle ledematen van je lijf en waar I only wanted to see you laughing in the purple rain als een hardnekkig mantra door het hoofd blijft trillen. Tijden ook waar je als mens niet meer gelooft in politieke rompslomp of waar de lente weer overslaat in ellendige aprilse grillen die je vingers laat verkrampen. Maar gelukkig zit schoonheid in de kleine dingen. Ethel Coppieters, Soaz voor de vrienden van de kunst, is slechts 20, zit met beide voeten in generatie Y gebeiteld, heeft daardoor haar persoonlijke flexibiliteit, haar vermogen tot multi tasking en kan op natuurlijke wijze omgaan met de hedendaagse technologieën. Zo gaat dat in woorden althans. Soaz echter is meer de dame van het doen. Die eenvoud siert haar. 'Ik vind het fascinerend hoe ieder individu op deze wereld in staat is te creëren, zo verschillend van elkaar. Ik wil er mijn leven van maken, als passie. Ik kan helaas de toekomst niet lezen, maar leven van mijn kunst zou het hoogste zijn dat ik kan bereiken.'
Lees haar verhaal hier. 'Uitzieken', zei de dokter. 'Dat is een virale infectie en ik kan je er niets voor geven.' Carl was doodmoe. Loodzware ogen. De aandrang om een hele dag te liggen, slapen en dromen.
De volgende ochtend was een moeilijk begin. Carl slenterde naar de badkamer, keek in de spiegel en merkte een grijze schijn onder zijn ogen. Hij nam de douchekop, zette de kraan op koud en liet het water over zijn hoofd stromen. Eenmaal beneden rook Carl een melange van geurkaarsen en vers gebrande koffie. Na de -zoals steeds- chaotische ochtend waarbij drie kinderen klaargestoomd moesten worden stapten ze de auto in. De twee jongste waren luid. Luid in de zin van roepen, lachen en plagen. De weg was druk. Auto's, vrachtwagens en uitzonderlijke vervoeren wisselden af. De radio braakte muziek tussendoor, tot hij een stem opmerkte en de woorden 'explosies' en 'luchthaven' hoorde. Hij draaide de volumeknop hoger, checkte een nieuwssite en las net dezelfde woorden. Een licht beknepen gevoel ging als een waas over Carl hangen. Hij parkeerde de auto, ging naar binnen en klapte de laptop open. Beelden van een belaagde luchthaven en later ook een vernielde metro deden hem moedeloos worden. Met bloed doorlopen ogen zette hij de tv op waar een liveverslag aan de gang was. Zaventem en Brussel zijn geraakt door terrorisme en laffe daden. Het waren beelden die raakten omdat het zo dichtbij was. Loeiende sirenes, wegrennende mensen in paniek, doffe knallen. De impact werd almaar groter naargelang het aantal doden en gewonden bekend raakten. Dit was niet het Brussel waar Carl achttien jaren gewoond en geleefd heeft. Dit was een gewonde stad, een stad die bloedde en berustte. De beelden die Carl incasseerde bleven aan zijn lijf plakken. Het verslag bleef een ganse dag onafgebroken duren, tot hij niet meer kon, zijn ogen sloot en zich onder een deken wikkelde. Liggen, slapen en dromen. De volgende ochtend hoorde hij 'Imagine' op de radio, een nummer dat Carl altijd wat klef vond, maar dit keer klopte het. De dag nadien. En Brussel zal zijn tijd nodig hebben nu, net zoals Carl. Het zijn er massa's, de vierkante foto's die je zicht passeren. En velen daarvan zijn nutteloos, de 'accounts' of houders van een Instagramprofiel proberen hun doelpubliek wakker te houden en te spijzen met meerdere opnames tegelijk. Het gaat soms vervelen, je wijsvinger veegt ze weg, net zo snel als ze gekomen zijn. Maar soms zie je een foto die je nieuwsgierig maakt, en het moet gezegd, daar is niet zoveel voor nodig bij ondergetekende, maar toch. Deze man grossiert in mysterie. Je ziet een verhaal in zijn ogen, zijn houding, zijn momentopnames, en dan schrijf je hem aan. Waarom niet? Je wil meer te weten komen omdat je instinct zegt dat er wat gaande is (geweest).
'Sure, I would be honored...' Nu weet ik dat de illustere "ct120" een naam heeft: Christopher, en dat hij ook een verhaal heeft. Op Instagram in beelden, hier en nu, in woorden. Lees het interview hier. Het was confronterend toen Carl niets kon uitbrengen wanneer een drieëntachtigjarige vrouw hem vroeg om eens iets te vertellen wat er zoal in zijn leven gebeurde de laatste tijd, want bij haar gebeurde er immers weinig en ze was blij dat ze nu voor een jongere man zat om verhalen te horen.
Misschien kon hij vertellen over zijn seksleven, dat zijn eega enkele dagen geleden naar zilte boter smaakte en hij haar tot tweemaal toe had laten klaarkomen terwijl hij zacht haar borsten kneedde en lichtjes in haar tepels kneep met duim en wijsvinger. Of het feit dat Carl de laatste jaren het bijzondere talent had ontwikkeld om bepaalde bizarre angsten te genereren zoals een bezoek bij de tandarts of jawel, zelfs bij de kapper. Carl genoot immers altijd wanneer een wildvreemde dame zijn haar waste en met heerlijk warm water weer spoelde, maar het moment dat de dame met haar schaar op een tergend traag tempo zijn oor naderde, hij begon te trillen met zijn hoofd. Net zoals een verdovingsspuit gevaarlijk traag zijn mond zou bereiken. Het is een angst die Carl vroeger niet had, maar die de laatste tijd ontstaan is. Of die keer dat hij zo blij als een kind was dat hij vroeger stopte met werken, de trein op sprong en halverwege de rit bleef stilstaan wegens een medische interventie. Die medische interventie bleef echter op zich wachten en Carl steunde zijn hoofd tegen zijn rechterhand. Na twintig minuten stilstand zag hij twee ambulanciers met hun brancard voorbij zoeven. De inzittenden waren intussen op het hoogtepunt van de verveling geraakt en vijf minuten later zag hij op diezelfde brancard nu een vrouw liggen die kunstmatig beademd werd. Carl zag het beeld als een vertraagde film voorbij glijden en in een flits zag hij zichzelf liggen. Carl en zijn evenbeeld keken elkaar recht in de ogen. Eenmaal het draagbed uit zijn ooghoek verdween sloten de deuren en vertrok de trein weer langzaam. Het was een absurd moment van zelfreflectie. Welke rol speelde Carl in het geheel? Welke keuzemogelijkheden had hij? Welke keuzes heeft hij gemaakt? Waarom heeft hij díé keuze gemaakt? Hoe kijken anderen naar zijn gedrag? En wat betekenen de antwoorden op deze vragen voor zijn gedrag in de toekomst? Maar dan zei hij tegen de drieëntachtigjarige vrouw dat hij met grote waarschijnlijkheid in de routineuze fase van zijn leven was beland. Beiden nipten van hun koffie. |
Archief
January 2021
Categories
All
|